De mooiste politieke oproep die ik ooit van een levende filosoof gehoord heb, kwam van mijn vroegere filosofiedocent Cornelis Verhoeven. Nooit wilde hij manen tot actie, altijd waarschuwde hij voor de gevaren van activisme, maar voor deze ene keer wilde hij een uitzondering maken. Maar Cornelis Verhoeven zou Cornelis Verhoeven niet zijn als hij zijn toehoorders niet op zijn typerende manier in verwarring wist te brengen. Zijn oproep luidde namelijk dat wij met zijn allen in het gras moeten gaan liggen. Ik denk dat er nog nooit een politicus of influencer is geweest of zal zijn die zoiets zal zeggen. Als politici ons toespreken, moeten wij altijd iets doen of ondernemen. Zoals Hannah Arendt schreef, draait het in de politiek om actie. Maar ben je perse apolitiek bezig wanneer je er in navolging van de filosoof Cornelis Verhoeven voor pleit om helemaal niks te doen en “in het gras te gaan liggen”?
Ik heb lang over deze vraag nagedacht, maar in tegenstelling tot Hannah Arendt ben ik geneigd om deze vraag ontkennend te beantwoorden. De uitspraak van Verhoeven is juist wel politiek, omdat hij het politieke discours probeert te ontregelen. En daarmee doet hij wel degelijk iets. Hij ageert tegen de cultus van de vanzelfsprekendheid die aan de politieke dadendrang ten grondslag ligt. Het is namelijk nog niet gezegd dat er niets gebeurt wanneer wij met zijn allen in het gras gaan liggen, want ons leven speelt zich grotendeels in onze binnenwerelden af. Als wij in het gras gaan liggen, krijgen wij wellicht tijd om na te denken over de dingen die wij moeten doen of nalaten. Is het voor een politicus niet van levensbelang om zich op cruciale momenten terug te trekken uit de branding van het leven zodat hij of zij beter kan zien wat er allemaal gebeurt?
Ik denk inderdaad dat die retraites in existentiële zin noodzakelijk zijn. Zo juich ik het van harte toe dat er in onze hectische steden parken, hofjes en binnentuinen zijn waarin mensen even tot rust kunnen komen. Tot rust komen betekent overigens niet hetzelfde als luieren, hoewel luieren niet verboden moet worden. Integendeel, zou ik willen zeggen. Laat de mensen toch met rust! In het sociale leven wordt alles in de prestatiesfeer getrokken. Wat voor baan heb jij, hoeveel vrienden heb jij en waar ga je naartoe op vakantie? We moeten zo veel in het sociale leven en ik zie dat veel mensen daar doodmoe van worden, want het is nooit goed genoeg. Mogen we er misschien ook gewoon zijn en rustig in het gras gaan liggen?
Met die ogen kijk ik opnieuw naar de binnentuin van onze universiteit. Als het mooi weer is en de studenten, docenten en medewerkers in het gras liggen of zitten, dan lijkt er even een oase van rust te zijn in de hectische stad. Wel vind ik het jammer dat sommige studenten soms geluidsapparatuur meebrengen om de rust in de binnentuin te verstoren, maar laat ik nu niet doen alsof ik zelf een heilige ben. Toen het rookverbod nog niet van kracht was, zat ik vaak in het gras een sigaartje te roken en soms was er een collega die mij met een streng gezicht vroeg om daarmee te stoppen, omdat zij door mijn sigarenlucht niet meer van haar middagboterham kon genieten. Als Gutmensch moest ik daar natuurlijk alle begrip voor opbrengen, maar er zit ook een militante humanist in mij die zich vreselijk in zijn vrijheid beknot voelde. Als je in de binnentuin van een universiteit zit, wil ik je toch iets van die oude romantische sfeer proeven die er op de een of andere manier moet zijn? En dan denk ik aan de tijd van Sartre en de existentialisten die de hele dag aan het roken waren. Die tijden zijn veranderd. Tegenwoordig staat ook het academische leven onder de imperatieven van een gezondheidsregime. Tal van bevolkingsonderzoeken tonen aan dat hoogopgeleide mensen gezonder en langer leven dan mensen die minder opleiding hebben genoten. Ook in de omgeving rond de UvH geldt inmiddels een rookverbod en ik moet daar nog steeds aan wennen.
Toch wil ik wel voor deze tendens waarschuwen. Wij leven in een tijd waarin productiviteit, functionaliteit en gezondheid heilig worden verklaard. We volgen steeds strakker het Amerikaanse voorbeeld en als we niet uitkijken, dan dreigt de ziel geen voeding meer te krijgen. Je zou er bijna voor pleiten om het recht op tragiek en sterfelijkheid in onze grondwet op te nemen! De coronacrisis heeft die productieve gezondheidsobsessie nog verder in hand gewerkt. Zo is ook de sfeer in het oude gebouw op de Kromme Nieuwegracht in afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Overal hangen borden met regels voor handen wassen, afstand houden en de oproep om je laten vaccineren. Maar gelukkig is er nog de binnentuin die er ondanks de verbouwing op dezelfde manier bij ligt. En telkens als het weer mooi is, dan verleidt die binnentuin ons om bij haar in het gras te gaan liggen. In alle hectiek en verandering lijkt de binnentuin het enige constante rustpunt te zijn.
Toch is mijn liefde voor de binnentuin minder authentiek dan ik altijd gedacht had. Van de beroemde Israëlische historicus Harari heb ik geleerd dat de aanleg van binnentuinen ook als een statussymbool gezien moet worden. De idee om een gazon aan te leggen, komt oorspronkelijk van de adel die rondom hun enorme kastelen gezonnen aanlegden om buitenstaanders te imponeren. Het gazon is imponerend, omdat de adel hiermee laat zien dat zij grond bezitten die niet voor landbouw of andere economische doeleinden gebruikt hoeft te worden De beroemde Franse kasteeltuinen liggen er gewoon voor de sier bij. De adel laat hiermee zien dat ze in zekere zin boven de strijd om schaarse middelen verheven zijn. Later vanaf de negentiende eeuw werd dat voorbeeld geïmiteerd door de opkomende middenklasse. Nog steeds geldt het als een vertoon van macht als je aan bezoekers en passanten kunt laten zien dat je gazon er mooi bij ligt. Hoe groter het gazon, hoe meer status.
Maar in de loop van de geschiedenis is er een totalitaire economische macht opgekomen die sterker is dan de romantiek die uit de tijd van de adel en burgerij afkomstig is. Nu staat alles onder het regime van de efficiency en de functionaliteit. In het rijke dorp waarin ik ben opgeroeid, zie ik hoe gezonnen worden getransformeerd in brede betonnen oprijlanen waarop grote landrovers en Porsche’s staan. Als die efficiency doorzet, zal ook de binnentuin van onze universiteit er aan moeten geloven. Want hoe kan die binnentuin vanuit het oogpunt van efficiency gelegitimeerd worden?
Als de huisvestingsmanagers op het onzalige idee komen om de binnentuin om te bouwen in hyper functionele kantoorruimtes, dan rest ons nog maar een ding en dat is dat wij gehoor geven aan de enige politiek-activistische oproep die de filosoof Cornelis Verhoeven ooit aan de mensen gedaan heeft. Net zoals de milieuactivisten in de oerbossen van Duitsland en Frankrijk gaan kamperen om te voorkomen dat die bossen worden getransformeerd in autowegen, zo moeten wij dan in het gras gaan liggen om te verhinderen dat onze binnentuin wordt omgebouwd in kantoortuinen.
Maar zover is het gelukkig nog lang niet. Laten we nu gewoon in het gras gaan liggen en weer genieten van het leven. Daar wil ik zelfs mijn sigaartje voor opofferen. Wel wil ik de herriemakers onder ons vragen om voortaan die klotemuziek af te zetten!
Hallo Martien, ik vind die oproep van Verhoeven prachtig, hoewel het nu 8 januari is en het regent. Ik zou ook niet aarzelen om deze actie tot de politiek te rekenen.
Het is zeker ook wel ontregelend, maar dan vooral voor onszelf denk ik. Ik weet namelijk nog steeds niet wat ik met die wereld van de politiek aan moet. Agamben heeft het over het imperium en de tuin, en tussen die twee blijft een spanning bestaan. Ik vermoed dus dat we een beetje heen en weer blijven bewegen tussen de geschiedenis en het lekker liggen. Dat is al heel wat.