Mijn ode aan meneer Nieman (1930-2017)
Op mijn blog wil ik tussendoor portretten schrijven over mensen die een bijzondere betekenis in mijn leven spelen, omdat zij bijvoorbeeld studenten zijn die ik begeleid bij het schrijven van hun afstudeerscripties of omdat zij op een andere manier tot mijn verbeelding spreken. Deze eerste tekst gaat over de vader van mijn beste vriend Edwin Nieman die in de nacht van donderdag 6 juli 2017 is overleden. Ik sprak deze ode aan meneer Nieman uit bij zijn begrafenis op zaterdag 8 juli in Amsterdam.
Ik ken de familie Nieman al vanaf dat ik een jaar of 12 was. Ik speelde tafeltennis met Edwin en in mijn herinneringen zie ik ook Mariette op onze tafeltennisvereniging Vitac spelen. Uit die tijd stamt ook onze levenslange vriendschap met Arthur die samen met Edwin en ik een tafeltennisteam vormden. Eens in de vier weken reden Edwin, Arthur en ik samen met mevrouw Nieman naar een ander dorp of een andere stad om competitiewedstrijden tegen andere clubteams te spelen. Op die zaterdagen schitterde meneer Nieman overigens door afwezigheid en ook als ik bij de familie Nieman op bezoek kwam, sprak ik zelden met hem. Dit veranderde toen mevrouw Nieman na een lang ziekbed veel te jong overleed. Sindsdien zag ik meneer Nieman steeds vaker als ik bij Edwin op bezoek kwam. Dan rookte hij zijn sigaretten en dan praatten we gezellig over “de zakkenvullers in de politiek en de voetballerij”. Maar ook al hadden wij nu meer contact, toch bleef meneer Nieman een vreemde voor mij en toen ik zelf ouder werd, ben ik nooit op het idee gekomen om meneer Nieman bij zijn voornaam “Harm” te noemen. Ook als meneer Nieman nog tien of twintig jaar had doorgeleefd en ik zestig zou zijn en hij 97 of ik 70 en hij 107, dan zou ik hem nog steeds meneer Nieman noemen. Meneer Nieman was een markante man van een andere generatie en hij stond op grote afstand van ons. Ik heb mij soms afgevraagd of onze kinderen en eventuele kleinkinderen ook zo ver van ons zullen afstaan. Of hoort deze generatiekloof misschien ook tot het verleden?
Maar ook al bleef meneer Nieman ver van ons afstaan, toch kwamen er momenten waarop ik hem beter leerde kennen. Een van die momenten was toen wij op bezoek waren bij de schoonfamilie van Edwin in Zuid-Duitsland. Meneer Nieman begon toen problemen te krijgen met zijn mobiliteit en steeds wanneer wij ons opmaakten om met zijn allen een grote wandeling te gaan maken door die prachtige omgeving in Zuid-Duitsland, bleef hij in de tuin zitten om sigaretten te gaan roken. Dit was een doorn in het oog voor de schoonfamilie van Edwin en daar wilden zij wat aan doen. Bij ons volgende bezoek in Duitsland hadden zij een goede rolstoel voor meneer Nieman geregeld en nu leek het probleem van zijn immobiliteit opgelost. Maar nu moest meneer Nieman wel in die rolstoel gaan zitten! Dat laatste was makkelijker gezegd en gedacht dan gedaan, want al gauw bleek dat meneer Nieman er niet over peinsde om in die rolstoel gaan zitten! En hoezeer de schoonfamilie van Edwin ook bleef aandringen, meneer Nieman bleef onvermurwbaar. Ik weet nog dat dit best wel een punt was voor de schoonfamilie van Edwin en dat zij hem dit best wel een beetje kwalijk namen, maar ik vond het eigenlijk wel amusant. En zo leerde ik het karakter van meneer Nieman een beetje beter kennen. Op het eerste gezicht was hij heel gewoon. Zo las hij de krant die de meeste Nederlanders lezen, hij keek naar televisieprogramma’s waar alle mensen naar kijken, hij rookte sigaretten omdat zo veel mensen dat in die tijd normaal vonden, maar hij ging wel zijn eigen gang en hij liet zich door niemand vertellen wat hij moest doen.
De dingen die echt belangrijk voor meneer Nieman waren, regelde hij op zijn eigen manier. Zo vroeg ik hem in een van die lange autoritten naar Zuid-Duitsland hoe hij zijn vrouw had leren kennen. Ik zag dat hij mijn vraag goed verstaan had, maar hij gaf niet direct antwoord. We hadden echter volop de tijd, dus ik wachtte geduldig af. Uiteindelijk begon hij te vertellen dat hij lang geleden een advertentie had geplaatst in de Telegraaf en dat zijn latere vrouw hierop gereageerd had en dat ze zo met elkaar in contact waren gekomen. De reden waarom hij hierover nooit met anderen gesproken had, was dat dit in de woorden van meneer Nieman een schande was. “Maar, “ vroeg meneer Nieman, “wat had ik anders moeten doen om een goede vrouw te leren kennen? Moest ik dan een kroeg ingaan waar ik verder niets te zoeken had? Ik had zo mijn dagelijkse werk met mijn mannelijke collega’s en ik ontmoette daarbuiten geen andere mensen. Waar had ik een vrouw kunnen ontmoeten? Dus daarom besloot ik om die advertentie te plaatsen. Maar die advertentie was in die tijd een schande, dus daar zweeg ik over als het graf. “
Nu meneer Nieman overleden is, is het tijd om deze stilte te doorbreken. Achteraf moet gezegd worden dat meneer Nieman zich juist helemaal niet hoefde te schamen, maar dat hij juist trots op deze actie zou moeten zijn, want hiermee was hij zijn tijd ver vooruit. Nu is het de normaalste zaak van de wereld dat liefdesrelaties via de omweg van communicatiemedia als kranten en het internet tot stand komen, maar in de tijd van meneer Nieman was dit taboe. Dat meneer Nieman er op eigen houtje voor koos om dit taboe te doorbreken, vind ik best wel bijzonder. En wat ik ook bijzonder vind, is dat meneer Nieman graag alleen was. Natuurlijk miste hij zijn vrouw en zijn kinderen, want hij was een familiemens, maar toen hij nog gezond was, had hij niet veel van anderen nodig. Als ik goed naar meneer Nieman keek, dan besefte ik dat mensen niet perse eenzaam hoeven te zijn als zij vaak alleen zijn.
Dat meneer Nieman graag alleen was, betekent niet dat hij er geen moeite mee had dat zijn dochter Mariette in Italië ging wonen en dat zijn zoon Edwin naar Nieuw-Zeeland emigreerde. Overigens heeft Edwin altijd moeite gedaan om zijn vader zo ver te krijgen dat hij bij hem in Nieuw-Zeeland zou komen wonen, maar meneer Nieman voelde daar niks voor. Wel heeft meneer Nieman Edwin een keer opgezocht in Nieuw-Zeeland, maar toen klaagde hij tegen Edwin dat hij niet kon slapen door de geluidsoverlast die hij ervoer van de zee die ’s nachts aan het ruisen was. “Kun je die zee niet uitzetten?” vroeg hij dan aan Edwin. Toen mijn moeder meneer Nieman bij zijn terugkomst in Nederland vroeg hoe hij het had gehad in Nieuw-Zeeland, antwoordde hij dat het ver was. Met dit ene woord “ver” vatte hij samen hoe hij het allemaal ervaren had. Als het op beknoptheid en bondigheid aankomt, dan zal er niemand zijn die op dit punt aan meneer Nieman kan tippen! Zo beginnen mensen meestal oeverloos te vertellen als zij zo ver gereisd hebben, maar meneer Nieman volstond met dit ene woord “ver”. De vraag is wat meneer Nieman hiermee wilde zeggen. Natuurlijk, Nieuw Zeeland is het verste punt op aarde waar wij naartoe kunnen reizen, maar zijn zoon Edwin overbrugt deze afstand meermalen per jaar, dus zo ver is het nu ook weer niet. Voor meneer Nieman is het echter wel ver en dat bedoelt hij volgens mij niet alleen in de letterlijke geografische zin van het woord, maar ik denk ook dat hij wilde zeggen dat Nieuw-Zeeland oneindig ver van hem afstaat en dat hij zich daar nooit thuis zou kunnen voelen. Waar voelde meneer Nieman zich dan wel thuis? In zijn huis op de Waterhoenlaan 17 in Vinkeveen. De laatste keer dat ik hem sprak, zei hij dat hij zo graag ’s morgens vroeg in zijn tuin gaat zitten om dan met zijn goede oren naar het zingen van de vogels te luisteren.
Meneer Nieman zei meestal wat hij op zijn hart had, maar wat hij dan zei, was niet altijd even netjes afgestemd op anderen. Het was een kunst om meneer Nieman te leren lezen. In zijn Amsterdamse gebrom hoorde ik altijd een ontwapende lach doorklinken. Laat ik tot slot een paar voorbeelden geven. Toen ik 1993 cum laude afstudeerde in de wijsbegeerte, mijn afstudeerscriptie in boekvorm gepubliceerd werd en ik even in de roes verkeerde dat de wereld “als een gewillige vrouw aan mijn voeten zou gaan liggen”, zei meneer Nieman tegen mij: “met al die doctorandussen van tegenwoordig kun je de grachten wel dempen.” Ik stond meteen met mijn beide benen op de grond! Altijd weer die grachten… Zo herinner ik mij dat ik ooit een lange klaagzang tegen hem hield over de eindeloze droefgeestigheid op kantoor en dat meneer Nieman toen plotseling tegen mij zei: “Als je zo praat, kun je beter meteen je hoed in de gracht gooien en eronder gaan staan.” U zult het misschien niet geloven, maar ik klaarde hier helemaal van op!
Op die manier verraste meneer Nieman ons vaak met zijn Amsterdamse plaagstoten. Hij zei gewoon wat hij op zijn hart had, maar wie zal daar ooit aanstoot aan hebben kunnen nemen? Je hoefde meneer Nieman maar een beetje te kennen om te weten dat het allemaal uit een goed hart kwam. En zo zal ik mij meneer Nieman altijd blijven herinneren.