Een van de leukste gesprekken die ik ooit over seks en voetbal gevoerd heb, dateert van ongeveer 25 jaar geleden toen ik aan de praat raakte met de eigenaar van een Chinees restaurant op de Nieuwmarkt in Amsterdam. Het gesprek kwam op gang toen ik daar voor de tweede keer met mijn grote vriend uit Nieuw-Zeeland zat te eten. Ik vroeg de eigenaar of hij zich nog herinnerde dat wij die vorige keer bij hem gegeten hadden en dat hij toen zo verrukt was over het Peruaanse dochtertje van mijn grote vriend. Kon hij zich nog herinneren dat hij helemaal in de ban was van dat baby’tje en dat hij meermalen met haar door het restaurant liep om haar aan zijn collega’s en andere gasten te laten zien? Hij pronkte met haar alsof het zijn eigen dochtertje was en wij vermaakten ons kostelijk. Ik probeerde hem aan deze hilarische gebeurtenis te herinneren, maar de Chinese restaurant eigenaar wist niet waar ik het over had. Toch vond hij het wel leuk dat ik hem aan het praten probeerde te krijgen en hij wilde graag met ons verder kletsen.
Het was rustig in zijn restaurant, dus kon hij het zich permitteren om aan ons tafeltje te komen zitten en het duurde niet lang tot hij zijn levensverhaal aan ons begon te vertellen. Het was een boeiend verhaal over zijn buitenechtelijke liefdes en geheime kinderen die daaruit verwekt waren. Een andere rode draad door zijn levensverhaal was zijn passie voor voetbal. Hij had in Suriname op een hoog niveau voetballers getraind en hij sprak vol vuur over zijn geliefde spits die altijd meerdere keren scoorde in een wedstrijd. Hiermee raakte hij aan mijn eigen passie voor voetbal en toen we honderd uit hadden gepraat over voetballers, posities en spelsystemen, stelde ik hem opeens de vraag waarom het eigenlijk zo ontzettend leuk is om naar voetbal te kijken. Waarom is voetbal de meest populaire kijksport in de wereld? Had hij daar een uitleg of verklaring voor?
De Chinese restauranteigenaar keek oplettend om zich heen en toen zei hij dat hij ons iets wilde vertellen dat niet voor iedereen bestemd was. Dus nu moesten we goed luisteren, want hij praatte zachtjes en hij wilde niet dat de paar andere gasten in het restaurant zouden meeluisteren. Wij bogen ons voorover en toen wij bijna aan zijn lippen hingen, vertelde de Chinese restauranteigenaar dat voetbal hetzelfde is als seks. “Het gaat om die ene goal”, zei hij. “Voetbal is pas echt spannend als die ene winnende goal gemaakt wordt. Daar moet je op wachten en dat mag lang duren. Iedere keer als die beslissende goal gemaakt wordt, dan is het alsof je klaarkomt,” vertrouwde hij ons toe. “Dat heb je niet bij basketbal, want daar wordt aan de lopende band gescoord. De mooiste voetbalwedstrijd is een wedstrijd waarin het om dat ene beslissende doelpunt gaat en dan moet het heel lang nul nul blijven. Je drukt, drukt, drukt… en als er dan eindelijk gescoord wordt, dan is daar het orgasme! Het gaat om dat ene moment. Het echte voetbal is net zo spannend als hete seks.”
Ik moet nog vaak aan deze woorden terugdenken, maar ik heb daar wel mijn vragen bij. Hoe kan de Chinese restauranteigenaar verklaren dat voetballiefhebbers zo vaak willen terugkijken naar die beslissende momenten? Als het echt om dat ene actuele moment gaat, waar komt dan het verlangen vandaan om het zo vaak te willen terugzien?
Bijzondere momenten in het voetbal die ik heel vaak heb teruggezien, komen uit de finale van het wereldkampioenschap voetbal dat in 1974 in West-Duitsland georganiseerd werd. Deze wedstrijd tussen Nederland en gastland West-Duitsland begon nog zo veelbelovend met die briljante eerste minuut van het Hollands totaalvoetbal waarin Cruyff na een weergaloze versnelling onderuit werd geschopt. De West-Duitsers hadden na die eerste minuut nog geen bal geraakt en toen die bal tergend langzaam op de strafschopstip werd klaargelegd, was de spanning om te snijden. Als zevenjarige voetballiefhebber was ik nog te jong om klaar te komen, maar ik herinner mij dat ons huis leek te exploderen toen Johan Neeskens de welverdiende penalty in het dak van het doel joeg. Wat een branie en zelfvertrouwen straalden onze godenzonen uit!
Toch mocht die zalige roes niet lang duren, want voor de rust kantelde de wedstrijd. Na de rust, waarin onze aanvoerder Johan Cruyff overigens een gele kaart kreeg wegens praten tegen de scheidsrechter, verloren we deze finale met 2-1. Na afloop van deze verloren finale was het verdriet zo groot dat het leek het alsof Nederlandse voetballiefhebbers herbelevingen aan de oorlog tegen Duitsland kregen. Ik denk echt dat miljoenen voetballiefhebbers in meerdere of in mindere mate getraumatiseerd zijn geraakt door deze gruwelijke voetbalwedstrijd. Iedere liefhebber heeft zo zijn of haar eigen manier gevonden om met deze grote verlieservaring om te gaan. Zo hoorde ik laatst een voetballiefhebber vertellen dat hij deze wedstrijd nog vaak in zijn geheel op televisie heeft teruggekeken, omdat hij maar niet kan geloven dat Nederland deze finale echt verloren had. Iedere keer als hij deze wedstrijd terugkijkt, hoopt hij dat Nederland deze wedstrijd toch nog gaat winnen.
Maar die arme voetballiefhebber zal altijd bedrogen uitkomen, want in de sport gaat het om momenten die niet meer teruggedraaid kunnen worden. De sport leert ons dat die ene keer tegelijk de eerste en de laatste keer is. In die zin krijgen we een harde levensles voorgeschoteld als we naar sport kijken. Het leven is aaneenrijging van eenmalige momenten. Als er iets nieuws gebeurt, dan is het altijd de eerste en laatste keer dat dit gebeurt.
Overigens denk ik dat dit voor dieren geen probleem is, maar mensen blijken hier enorme moeite mee te hebben. Hieruit ontstaat ons metafysische verlangen naar religie en kunst. De kunstenaar geeft uiting aan het universele metafysische verlangen om ons tegen de eenmaligheid van het leven te verzetten. Als het mooi of bijzonder is wat er gebeurt, dan willen we dat in ons geheugen vasthouden. Wat mooi, bijzonder of verschrikkelijk is, mag niet vergeten worden. Dit geldt zowel op microniveau wanneer je bijvoorbeeld voor het eerst verliefd wordt als op macroniveau wanneer de Nederlands voetbaleftallen hun memorabele WK-finales verliezen tegen West-Duitsland, Argentinië, Spanje en Amerika (WK Vrouwenvoetbal 2019). Als voetballiefhebber weet ik dat je vaak illusies najaagt wanneer je op dat ene gelukzalige moment blijft wachten, maar dat mag de pret niet drukken. Ook al weten wij dat wij hoogstwaarschijnlijk nooit wereldkampioen worden, dan nog blijven wij iedere keer opnieuw hopen dat het nu toch de eerste keer wordt dat het wonder wel gaat geschieden. Dat geldt ook voor voetballiefhebbers die in kleine voetballanden als Letland, Noord Ierland of San Marino leven.
Het leven leert ons dat het ultieme geluk nooit lang mag duren. Jean Paul Sartre laat deze tragiek prachtig zien in zijn eerste roman Walging. We lezen daarin over de zogenoemde geprivilegieerde momenten die altijd verstoord worden in het reële leven. Op het moment dat de hoofdpersoon luistert naar zijn favoriete zangeres die de mooiste melodie zingt die hij ooit gehoord heeft, dan hoort hij een kras op de plaat die hem uit zijn gelukzalige stemming haalt. En als hij dan eindelijk voor de eerste keer met zijn geliefde in de bosjes ligt te vrijen, dan brandt hij zich op het hoogtepunt van de vrijage aan de brandnetels die tegen zijn blote billen drukken. Ik heb deze beeldende passages in Sartre’s roman vaak teruggelezen, maar ik neig ertoe om er een duiding aan te geven die anders is dan de hoofdpersoon in deze roman doet. Voor mij is het privilege van deze momenten hierin gelegen dat ze narratief vereeuwigd worden in deze roman. Het zijn dus niet de actuele momenten zelf die beslissend zijn voor de vraag of wij meer of minder gelukkig worden, maar veel belangrijker is hoe wij daarop terugkijken.
Als het belangrijk is wat er gebeurt, dan is dat niet de eerste keer duidelijk. Mensen hebben meer tijd nodig om de dingen en gebeurtenissen naar waarde te schatten. Zo wist volksfilosoof Johan Cruyff met zijn geniale en onnavolgbare logica aannemelijk te maken dat de gouden voetbalgeneratie van 1974 de finale tegen het mindere West-Duitsland moest verliezen om later als het beste team van het toernooi herinnerd te worden. Dus eigenlijk draait het niet om het actuele moment zelf, maar om de manier waarop wij daarop terugkijken. En zo gaat het met alles wat kwaliteit heeft. Als de muziek goed is, dan moet je er meerdere keren naar luisteren om er echt van te kunnen genieten. Dat geldt ook voor een boek dat zijn geheimen nooit bij de eerste keer lezen prijsgeeft. Kunst wil meerdere keren gezien, gelezen of gehoord worden. Ook daarin begrijp ik de kunst als een verzet tegen de eenmaligheid van het leven.
Alles wat gebeurt, gebeurt maar een keer en dat is altijd en overal de eerste en de laatste keer. Het leven is eenmalig, maar daar gaat het uiteindelijk niet om als we naar zin blijven zoeken. We leven met een oriëntatie op de eeuwigheid, zij het dat die eeuwigheid fictief is. Wat echt gebeurt, zijn de momenten die telkens weer opkomen en verdwijnen. Hoe kunnen we leven met het besef dat het de eerste en de laatste keer is dat wij hier op aarde leven, terwijl wij met onze gedachten, herinneringen en verlangens voortdurend naar het verleden teruggaan en naar de toekomst vooruitkijken?
De beroemde filosoof Wittgenstein moet op zijn sterfbed het juiste antwoord op deze metafysische vraag gegeven hebben. Volgens zijn naasten heeft hij toen gezegd dat hij alleen maar grappen had gemaakt als hij gevoel voor humor had gehad. Misschien kan ik mij op dit ene punt toch nog de meerdere van dit bloedserieuze filosofische genie wanen, want ik moet iedere dag wel een keer of zelfs meerdere keren lachen. Zo zegt de volksmond: “een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.” Toch blijft de filosoof in mij vragen wat hier nu eigenlijk te lachen valt. Ik denk dat dat hier een belangrijke taak ligt voor filosofen.
De grote metafysische vraag is waarom wij onweerstaanbaar moeten lachen en huilen wanneer wij doordrongen raken van het besef dat het de eerste en de laatste keer is dat wij hier op aarde leven. Hoe kun je onverschillig blijven als je echt tot je door laat dringen dat je maar één keer op deze aarde rondloopt en rondhangt?
Dus daarom tot slot mijn oproep in één woord:
Leef!