Rechtspositie

Rechtspositie (Brief in de Volkskrant in het Pinksterweekend op 27,28,29 mei 2023)

Wie voelt geen begrip voor de inwoners van Ter Apel die in verschillende toonaarden roepen dat ze er klaar mee zijn om door groepjes veiligelanders bespuugd en geïntimideerd te worden? Toch is het wijs om nu niet alleen op het gevoel te vertrouwen. Om te begrijpen wat hier speelt, blijft het belang om deze kwestie ook vanuit het perspectief van die zwijgende relschoppers te belichten.
De andere kant van deze kwestie komt in zicht als wij ingaan op de vraag die Hannah Arendt in haar boek The Origins of totalitarianism (1951) aan ons voorlegt: hoe verandert de rechtspositie van een illegale migrant wanneer hij een klein misdrijf pleegt en daarbij opgepakt wordt door de politie?
De vraag stellen is haar beantwoorden. Zijn rechtspositie zal verbeteren, omdat hij in de politiecel kan rekenen op rechtsbescherming die hij op straat moet ontberen. Ik denk dat dit ook geldt voor de asielzoekers in Ter Apel die op straat hun broek laten zakken of die in supermarkten pakken kaas openmaken en blikjes bier gaan drinken. Misschien hopen zij erop dat zij zodoende eindelijk door onze onverschillige overheid opgemerkt worden.
Hoe bont zij het ook mogen maken, onze overheid maakt het nog veel bonter wanneer ze er maar niet in slaagt om een humanere opvang van asielzoekers te organiseren.

Martien Schreurs, Nijmegen

Speech bij bachelorbuluitreiking op 14-10-2022

Ik voel het iedere keer weer als een bijzondere eer wanneer onze universele coördinator Gerard Linde een paar maanden voor de buluitreiking aan mij komt vragen of ik weer zin en tijd heb om bij de buluitreiking een speech te houden. Toen Gerard mij dit vroeg, maakte hij trouwens een grapje waarvan ik niet zeker wist of hij het grappig bedoelde of dat er misschien toch een serieuze ondertoon in zat die ik niet helemaal snapte. Zo vroeg hij mij met een bloedserieus gezicht of ik dit keer wel een andere speech wilde houden dan de vorige keer. Natuurlijk moest ik eerst lachen, maar achteraf ging ik me toch afvragen of ik misschien ooit in herhaling was vervallen. Gelukkig kon ik mijzelf daar niet op betrappen, maar ik kreeg wel pijnlijke herinneringen aan de speeches die de rector van mijn middelbare hield toen ik eerst mijn HAVO diploma en twee jaar later mijn VWO diploma in ontvangst mocht nemen. In zijn memorabele speech had die rector een enorme bos rode rozen meegenomen en hij begon te vertellen dat die rode rozen zijn lievelingsbloemen waren en dat hij ons zag als zijn kinderen van wie hij zielsveel hield. Vervolgens legde hij uit dat er net zo veel rozen in zijn boeket zaten als eindexamenleerlingen die op deze bijzondere dag hun HAVO-diploma uitgereikt kregen. Hij vroeg ons of we onze eigen roos wilden meenemen als wij ons diploma in ontvangst namen en daarbij drukte hij ons op het hart dat wij zelf prachtige rozen waren die in de bloei van hun leven waren. Dit leek allemaal lief en aardig bedoeld, maar zijn hele verhaal over die rozen kwam echt mijn strot uit toen hij het presteerde om twee jaar later bij de diploma-uitreiking van het VWO precies hetzelfde verhaal te vertellen. Weer waren wij zijn lievelingskinderen die net als deze prachtige rode rozen in de bloei van hun leven waren.

Ik voelde niet alleen plaatsvervangende schaamte, maar vooral medelijden  opkomen toen ik die rector op zelfplaggiaat betrapte. Kennelijk kon hij in die twee jaar niets nieuws bedenken om tegen de leerlingen te zeggen. Die rector zag zijn leerlingen niet echt, want anders zou hij wel iets bijzonders over hen kunnen vertellen. Later hoorde ik van insiders in de school dat hij zijn verhaal over die rozen om de twee jaar bij de diploma-uitreikingen herhaalde zodat het niet te erg opviel. Die paar leerlingen die eerst het HAVO en later het VWO hadden gedaan, kon hij als een bedrijfsrisico wegstrepen.
Overigens mogen jullie ook allemaal een roos mee naar huis nemen als mijn collega Willeke Los jullie straks de bul overhandigt, maar deze rozen zijn gewoon een aardigheidje en je hoeft niet bang te zijn dat ik jullie nu ook met rode rozen ga vergelijken. Ik heb geen metaforen nodig om jullie te vertellen hoe mooi jullie zijn. Dat spreekt voor zichzelf. En ik heb ook geen wijze levensles die ik jullie tot slot wil meegeven, want ik wil de rollen omdraaien. Ik wil met andere woorden iets aan jullie teruggeven van alles wat jullie mij gegeven hebben in de gesprekken die ik met jullie op de UvH gevoerd heb.

Wat jullie mij gegeven hebben, is heel veel, maar ik heb van Gerard maar vijf minuten gekregen, dus ik kan er hooguit drie voorbeelden uithalen. Ik wil het graag hebben over de bijzondere ideeën en vragen waar jullie mee komen wanneer we gaan brainstormen over de scripties die jullie moeten schrijven bij de afronding van je bacheloropleiding. Ik laat ieder jaar veel ruimte aan jullie om zelf te bepalen wat je wilt uitzoeken en dat heeft het risico dat je  verdwaalt. Als dat gebeurt, dan weet ik dat ik jullie veel strakker moet aansturen om studievertraging te voorkomen, maar toch kan ik het niet laten om jullie toch steeds weer los te laten. Dan krijg ik de kans om iets te zien wat ik nog niet van te voren verwacht had. In wat nu volgt, wil ik jullie heel kort vertellen wat ik van jullie leer als ik met jullie in gesprek ben over de thema’s van je studie. Misschien weten je ouders en je vrienden dan ook waarom het zo leuk is om op deze bijzondere universiteit les te mogen geven.

In de laatste groepsbijeenkomsten die ik organiseerde voor studenten die onder mijn begeleiding bachelorscripties gaan schrijven, was er bijvoorbeeld een student die ons in alle ernst vertelde dat het zijn grootste wens is om opgegeten te worden door mensen die hem bijzonder dierbaar zijn. Hier kwam ik weer in een situatie terecht waarmee Gerard mij confronteerde. Meent die vent nu wat hij hier vertelt of speelt hij een spel? Anders dan bij de opmerking van Gerard denk ik deze student het wel bloedserieus bedoelde. De vraag die hij wilde uitwerken voor zijn scriptie was of het moreel aanvaardbaar was om kannibalisme op vrijwillige basis door te voeren. Hier stuitte hij op het spanningsveld tussen het humanistische principe van autonomie en het christelijke principe van de integriteit van het menselijk lichaam en daar kwam hij niet goed uit. Ik kon hem ook niet goed verder helpen, want hij begaf zich op een onderzoeksterrein dat mij totaal onbekend was. Wij zochten in de bestaande literatuur naar indirecte aanknopingspunten en we raakten samen de weg kwijt. Maar ondertussen blijf ik aan hem denken en hij zei mij laatst heel monter dat hij volgend jaar graag bij mij terugkomt om het nog een keer te proberen.

En dan was er die prachtige jongeman die mij vertelde dat hij kaal werd, maar dat hij daar geen moeite mee had. Daarom verwonderde hij zich over al die mannen die wel door hun kaalheid getraumatiseerd werden en die er alles voor over hadden om hun probleem op te lossen. Via Pieter -zo heet die mooie jongeman- kwam ik van alles te weten over haartransplantaties die een steeds grotere vlucht gaan nemen. Pieter deed een empirisch onderzoek naar de belevingen van 8 kalende mannen die haartransplantaties ondergaan hadden. Wat bezielt die mannen? Zijn conclusies waren fascinerend. In alle literatuur die hij over haartransplantaties geraadpleegd had, las hij dat mannen haartransplantaties overwegen omdat ze onder grote druk staan van ideaalbeelden die ons via de massamedia opgedrongen worden, maar zijn respondenten zeiden dat ze dit puur voor zichzelf en niet voor anderen deden. Pieter zei dat hij het niet ethisch vond om zijn respondenten te willen ontmaskeren. Dus hij besloot om zijn respondenten het laatste woord te geven in deze kwestie.

En dan is er natuurlijk Huib Pruymboom die de beste bachelorscriptie van de afgelopen jaren heeft geschreven, maar als ik daarover ga vertellen, dan raak ik -net als Huib overigens- nooit uitgepraat en dan krijg ik ruzie met Gerard, want ik vrees dat ik over mijn spreektijd heenga. Wat ik nog wel tegen jou wil zeggen, Huib, is dat ik jou een 10 min had gegeven als ik het alleen voor het zeggen had gehad. Geen tien, want zoals mijn vroegere filosofiedocent Cornelis Verhoeven zei: “alleen God is perfect.”

Maar wat ik tot slot tegen jullie allemaal wil zeggen, is dat ik jullie van harte wil bedanken voor alle ideeën en verhalen die jullie met mij gedeeld hebben. Ik denk echt dat er weinig onderwijsinstellingen in de wereld zijn waar zo veel interessante en authentieke studenten rondlopen als hier op de UvH.

Als er iets is wat mij met deze universiteit verbindt, dan zijn het jullie. Als jullie er niet waren, dan was ik al lang weg geweest, maar dat geldt natuurlijk voor alle docenten. We dreigen maar al te vaak te vergeten dat het de studenten zijn die de academische gemeenschap levend houden. Dank daarvoor!  

Ik wens jullie verder alle goeds toe. En alvast van harte gefeliciteerd met het behalen van deze mijlpaal.