Ontpoppen: worden wie je bent

Een van de meest fascinerende uitspraken die ik in de pedagogische literatuur ben tegengekomen, is de oproep dat je moet worden wie je bent. Kennelijk ben je al iemand, maar je hebt kennelijk heel veel tijd nodig om uit te zoeken wie je eigenlijk bent. De goede pedagoog moet jou helpen om je ware zelf te ontdekken. Misschien hebben die romantische pedagogen een voorbeeld genomen aan natuurlijke groeiprocessen, zoals de rups die zich na verloop van tijd tot vlinder ontpopt of de eikel die wij in de grond stoppen en die wij later tot eik zien uitgroeien. Dit zijn fascinerende beelden waarover je je lang kunt verwonderen. Is het echt dezelfde eikel die je eerst in de grond stopt en die je later tot een enorme eikenboom ziet uitgroeien?

Leraren laten zich waarschijnlijk ook door zulke beelden van groei inspireren wanneer zij zeggen dat zij aan het zaaien zijn en dat ze nooit weten welk zaadje uiteindelijk wortel zal schieten en wat voor moois daaruit zal opbloeien. Het idee is dat dit leerproces zich grotendeels aan je zicht onttrekt en dat je nooit kunt weten wat je in het onderwijs teweegbrengt bij je leerlingen. Dit kan een schrale troost zijn voor docenten die vaak het akelige gevoel hebben dat hun leerlingen niet willen horen wat zij allemaal te zeggen hebben. Je kunt die wanhopige docent op het hart drukken dat hij of zij nooit kan weten wat hij of zij op langere termijn betekent voor zijn of haar leerlingen. Ik geef al dertig jaar les op verschillende scholen en laatst kwam ik een oud-leerling tegen die zo sympathiek was om tegen mij te zeggen dat hij zo veel geleerd heeft van mij. Toen ik hem vroeg wat hij dan van mij geleerd had, hoorde ik hem dingen zeggen die hij nooit van mij geleerd kan hebben. Toch zegt dit nog niks over de waarheid of onwaarheid van de uitspraak van mijn vroegere leerling. Misschien is hij door mij op een bepaald spoor gekomen en leidde dat spoor naar dingen waarvan ik zelf geen weet heb.

Leren is een mysterieus proces dat zich slechts ten dele in enquêtes of onderwijsevaluaties laat grijpen of begrijpen. Het is moeilijk om een goed inzicht te krijgen in die leerprocessen. Ik zie het echte leren als een levenslang traject waarin je gaandeweg kunt leren wie jij bent, wat jij wilt en wat je moet doen of laten om een vervullend leven te leiden. Je hebt een heel leven om daar achter te komen. De verleiding is groot om het levenslange leren als een vorm van ontpoppen te begrijpen. Als het goed gaat, ontpop je je tot de persoon die je eigenlijk wilt zijn.   

Een ander beroemd voorbeeld dat in de pedagogische literatuur gebruikt wordt om uit te leggen wat het betekent om te worden wie je bent, is het beeld van de verloskundige dat wordt toegeschreven aan de filosoof Socrates. Socrates zei dat hij in zijn memorabele dialogen met voorbijgangers op straat een voorbeeld nam aan zijn moeder die vroedvrouw was. Zie de geest van je gesprekspartner als een baarmoeder waarin een kind leeft dat op het punt staat om geboren te worden. Socrates zou gezegd hebben dat het er tijdens het leren om gaat zicht te krijgen op de ideeën die in onze geest besloten liggen.

Als je nadenkt over de begrippen die wij gebruiken om de wereld te begrijpen, dan ontdek je al snel dat onze dagelijkse begrippen als “ruimte”, “tijd”, “de samenleving”, “geschiedenis”, “deeltje”, “eenheid”, “volwassenheid”, etcetera… in hoge mate ideëel zijn. Hoewel die begrippen mogelijk maken dat wij de wereld zien en begrijpen, zijn ze op zichzelf niet zichtbaar. Zo begrijpen we tijd als een opeenvolging van gebeurtenissen, maar de tijd zelf zien we niet. En er zijn oneindig veel dingen die in meer of mindere mate goed, mooi en waar zijn, maar het schone, het goede en het ware kunnen we niet zien. Ons beeld van de wereld wordt dus mogelijk gemaakt door zuivere begrippen met behulp waarvan wij de wereld proberen te begrijpen. Die zuivere begrippen gaan grotendeels vooraf aan ons begrip van de wereld. Filosofen hebben daarvoor de term “apriori” gemunt. Het is in lijn met de metaforiek van de verloskunde gepast om hier over “aangeboren begrippen” te spreken. Volgens Socrates is het de taak van leraren om hun leerlingen bewust te maken van die aangeboren ideeën. Die aangeboren ideeën moeten in het actieve bewustzijn tot wasdom komen. Wat voorbewust was, moet dus bewust worden gemaakt. Het doel van deze pedagogische verloskunde is om te begrijpen hoe wij eigenlijk denken. En net als in de echte verloskunde gaat het er in deze onderwijsleergesprekken niet bepaald zachtzinnig aan toe… Socrates pakt zijn gesprekspartners genadeloos aan als zij denken te weten hoe het allemaal zit. Je zult nooit klaar zijn met dit zelfonderzoek dat tot volwassenwording moet leiden. Je ontpopt je tot een volwassen mens als je je bewust wordt van de verlangens en logica’s die aan je eigen denken, waarnemen en oordelen ten grondslag liggen.    

Maar dit ontpoppen hoeft niet perse in positieve zin begrepen te worden. Zo is het ook mogelijk dat iemand zich ontpopt tot moordenaar of tiran die miljoenen mensen uitroeit en nog veel meer mensen in grote problemen brengt. Dit is het grote gelijk van de humanisten van de Renaissance. Mensen hebben tal van mogelijkheden en potenties, maar het hangt grotendeels van toevallige omgevingsfactoren en ontmoetingen of confrontaties met andere mensen af wat er van iemand zal worden. Volgens Pico della Mirandola ontpop je je pas als mens als je je van de lagere diersoorten kunt onderscheiden. De mens staat volgens de christenen en klassieke humanisme boven de dieren. Maar deze hoog- laag metafoor verdient het om het kritisch tegen het licht te worden gehouden, want er is een levensgroot verschil tussen humaniteit en menszijn. De Nederlandse Leon de Winter weet hier haarscherp de vinger op te leggen in zijn boek Het lied van Europa.

Deze roman vertelt onder andere over de burgeroorlog in Syrië en een van de plekken waarin de hoofdpersonen Jibril, Maurice en Da’ud vaak komen is de dierentuin die altijd een rustpunt was in hun turbulente levens. Maar op een gegeven moment is het oorlogsgeweld zo heftig geworden dat de dierentuin niet meer te handhaven is. De dieren gaan dood van de honger of dorst of ze worden dodelijk geraakt door kogels die overal rondsuizen. Da’ud en Jibril kunnen het echter niet aanzien dat de oude aap Lucy aan haar lot wordt overgelaten. Deze aap was de grote publiekstrekker in de dierentuin en Da’ud en Jibril gaan iedere dag met gevaar voor eigen leven via een sluiproute de dierentuin in om Lucy te eten en te drinken te geven. Het wordt steeds gevaarlijker en ze moeten hiermee stoppen. Maar telkens als ze hiermee willen stoppen, hebben ze het gevoel dat dan de laatste hoop op betere tijden verloren is en dus ze gaan door. Ze noemen Lucy een symbool van ontmonstering en op p. 41 en p. 42 voeren zij hierover een kort gesprek dat je nooit wilt vergeten:
“Is ze als symbool zo waardevol?” had Maurice gevraagd.
Da’ud had geantwoord: “Toen we kinderen waren, stonden we schouder aan schouder bij haar hok, toch? We wisten nog niet dat we elkaar haten. Dat kwam pas later. Maar bij Lucy waren we allemaal gelijk en gelijkwaardig. Ze heeft ons allemaal zien opgroeien tot de monsters die we nu zijn. Laten we haar in leven houden en haar laten zien dat we kunnen ontmonsteren.”

Dit is een beeld van de oorlog dat veelzeggender is dan de levensechte beelden van oorlogsgeweld die je dagelijks op de journaals voorbij ziet komen. De aap Lucy laat zo aan de mensen zien hoe zij zich in deze tijd van oorlog tot monsters ontpopt hebben. En nu staan ze voor de taak staan om weer menselijk te worden… Dit is een voorbeeld dat mij te denken geeft, omdat het klassieke humanisme op zijn kop wordt gezet. Eeuwenlang werd ons verteld dat wij ons pas tot volwaardige mensen kunnen ontpoppen als we weten wat ons van dieren onderscheidt. Nu is het tijd om de rollen om te draaien. Zijn het niet eerder de naakte dieren die ons leren wat het betekent om humaan te zijn?