Probeer van jouw levenskunst jouw eigen meesterwerk maken

Dit is de derde column die in het studentenblad van de Universiteit voor Humanistiek zal verschijnen. Telkens probeer ik vanuit het zelfbedachte perspectief van de verlichte despoot van Nederland mijn licht over het thema van het tijdschrift te laten schijnen. Mijn eerste column ging over het thema “kapitalisme”, de tweede column ging over de kreet “je bent jong en je wilt wat!” en de derde column gaat over het meesterwerk.  

Toen ik van mijn contactpersoon Danielle Drenth vernam dat de redactie van Zindroom had besloten om het thema van deze editie van het tijdschrift “het meesterwerk” te noemen, rees voor mij uiteraard de vraag wat er vanuit het perspectief van de verlichte despoot van Nederland –lees: de huiscolumnist van Zindroom- over dit thema gezegd moet worden. De eerste ingeving die ik kreeg, is dat ik niet zozeer een verbod als wel een gebod over dit thema moet afkondigen. Wie over het meesterwerk schrijft, moet willen inspireren! Mijn gebod luidt dat wij er allemaal naar moeten streven om van ons leven een meesterwerk te maken. En wederom wil ik hiervoor argumenten aandragen die (1) onweerlegbaar moeten zijn, (2) die tegen het onderbuikgevoel van de samenleving –“Das gesunde Volksempfinden”- indruisen en die (3) het algemene welzijn van de mensheid dienen te bevorderen. Wellicht ken je dit riedeltje van mij nu onderhand wel, maar ik besef dat ik niet de weg van de minste weerstand insla wanneer ik vasthoud aan de claim dat ieder mens ernaar moet streven om van zijn of haar leven een meesterwerk te maken. Toch ligt het dit keer wel erg voor de hand om bezwaar te maken. Wie even nadenkt, zal zeggen dat het toch vanzelf spreekt dat meesterwerken niet door jan en alleman gemaakt kunnen worden. Want wie denkt bij het woord “meesterwerk” niet aan de uitzonderlijke prestatie van een geniale kunstenaar? Zoals de Franse benaming “Chef d’Oeuvre” en de latijnse woorden “magnum opus” aanduiden, gaat het hier om prestaties die boven de normaliteit en de dagelijkse sleur uitstijgen. Wat uitzonderlijk is, zal buiten het bereik van de meeste mensen blijven. De eis dat alle mensen in staat moeten worden gesteld om van hun leven een meesterwerk te maken, is op het eerste gezicht net zo absurd als de oproep dat alle mensen geniale kunstenaars moeten worden.

Maar zo snel wil ik mij nog niet gewonnen geven. Voordat wij het meesterwerk heilig verklaren, wil ik er wel op wijzen dat er akelige masculiene connotaties aan dit woord kleven. Zo lijkt het alsof het alleen voor de man is weggelegd om een meester in zijn vak te worden. Je kunt namelijk wel over “meesterschap”, maar niet over “meesteresschap” spreken. Maar als  “meesterschap” en “het meesterwerk” eretitels zijn die voornamelijk voor de creatieve prestaties van mannen gelden, dan wordt het hoog tijd om die woorden kritisch onder de loep te nemen. Dit geldt ook voor de claim dat alleen kenners mogen bepalen dat een bepaald werk een meesterwerk is of niet. Want waarom zou jij jouw eigen volkstuin geen meesterwerk mogen noemen wanneer je je ziel en zaligheid in de aanleg en het onderhoud van jouw tuin gelegd hebt? In dezelfde trant stelde de filosoof Pierre Hadot de beroemde vraag waarom je een bepaalde tekening, een beeldhouwwerk of een schilderij wel een kunstwerk noemt en je eigen leven niet. De vraag die Hadot hier stelt, is retorisch, want hij doet vervolgens de oproep aan de lezer om levenskunstenaar te worden. Met de veelgehoorde oproep van Hadot werd de filosofie van de levenskunst geboren. Welnu, als alle mensen in staat zijn om levenskunstenaars te worden, dan moet het in principe ook voor alle mensen mogelijk zijn om van je levenskunst een meesterwerk te maken. Precies in die zin betekent een “gelukkig leven “ een “gelukt leven”.

Maar voordat ik dit punt verder uitwerk, vind ik het wel zo eerlijk om eerst zelf antwoord te geven op de gewetensvraag of ik er persoonlijk in geslaagd ben om “gelukkig te worden”, of, beter gezegd: “mijn leven te laten lukken”. Het enige wat ik hierover wil zeggen, is dat ik echt mijn uiterste best doe en dat ik mij graag laat inspireren door het voorbeeld van mijn vader wanneer ik –zoals ieder mens overigens- een mindere dag heb. Mijn vader raakte mij diep toen hij een dag voor zijn dood tegen mij zei dat hij een goed leven had gehad. Ik vind het belangrijk om dit moment in het lange ziekbed van mijn vader te koesteren, want meestal overvalt mij het gevoel dat mensen kitsch uitkramen wanneer zij bijvoorbeeld over zichzelf of over anderen zeggen dat zij “het echt gemaakt hebben in hun leven”. Zo herinner ik mij een Duitse man die tegen mij zei dat hij zijn dochter als zijn Meisterstück beschouwde. Hoe kon hij dit nu in hemelsnaam zeggen? Hij dacht toch niet dat hij God was? Overigens kende ik die man redelijk goed, dus ik weet dat hij het niet helemaal serieus bedoelde. De reden waarom ik zijn opmerking eerder pijnlijk dan grappig vond, is dat hij ook nog een zoon had die hij in dit specifieke verband niet ter sprake bracht. Precies dat laatste vind ik onvergeeflijk. En hoewel zijn dochter inderdaad “goed gelukt is”, kan het voor hem geen bijzondere inspanning hebben gevergd om haar te verwekken. Wat vanzelf uit de natuur ontstaat, kan niet als een meesterwerk beschouwd worden. Zo zal geen weldenkend mens op het idee komen om de wonderlijke dam van een bever tot een meesterwerk uit te roepen. Om wel voor deze eretitel in aanmerking te komen, moet je volgens een weldoordacht plan te werk gaan. De daarmee gepaard gaande ambities zijn grenzeloos en je zult je uiterste best moeten doen om in de buurt van jouw ideaal te komen.

Als de analogie tussen leven en kunst enigszins hout snijdt, dan zal het meesterwerk niet vanzelf tot stand komen. Om van je levenskunst een meesterwerk te maken, moet je het beste van jezelf  durven geven en wat dit voor deze of gene persoon betekent, moet telkens opnieuw bekeken en gewaardeerd worden. Aldus pleit ik ervoor om een persoonsgebonden en een situatiespecifieke invulling aan de eretitel “meesterwerk” te geven. Alle mensen moeten dingen doen of laten waar ze trots op kunnen zijn. Voor een student kan dat bijvoorbeeld zijn of haar scriptie zijn waarin hij of zij het beste van zichzelf gegeven heeft. En voor mijzelf kan dat bijvoorbeeld deze column zijn die ik op dit moment echt niet beter kan schrijven. Natuurlijk zullen er straks lezers of lezeressen zijn die zullen zeggen dat er betere columns over het meesterwerk geschreven kunnen worden, maar wat doet dat ertoe? Als ik het beste van mijzelf in deze tekst gelegd heb, dan blijft het mijn persoonlijke meesterwerk en deze zelfbenoemde titel wil ik mij door niemand af laten nemen.

Mijn gebod luidt dus dat ieder mens op zijn of haar eigen manier naar perfectie moet streven, maar daarbij moet je wel op je bek durven gaan en je moet leren om tegen je verlies te kunnen. Dat is niet makkelijk. Toen een vriend van mij weigerde om zijn studie bouwkunde af te ronden met een werkstuk dat volgens zijn docenten ruim voldoende was, verklaarden alle mensen in zijn omgeving hem voor gek, maar ik had echt respect voor zijn radicale keuze. De reden waarom hij niet op zijn bouwkundige ontwerp wilde afstuderen, is dat hij er in zijn ogen niet in geslaagd was om zijn geniale meesterwerk tot stand te brengen. Maar daar had hij verder vrede mee en hij ging beslist niet aan zijn perfectionisme te gronde. Integendeel: hij is daarna een succesvolle architect geworden!

Bij de beoefening van levenskunst moet je dus leren tegen je verlies te kunnen. Een van de redenen waarom de waanzinnige zwemtocht van Maarten van de Weijden door de elf steden van Friesland gezien moet worden als een onbetwist meesterwerk, is dat hij 37 kilometer voor de finish moest opgeven. Streven naar perfectie, het onmogelijke willen bereiken en dan toch moeten capituleren… precies daarin toont zich de tragische grootsheid van de man of de vrouw die ernaar streeft om van zijn of haar levenskunst een meesterwerk te maken. Streef dus op jouw manier naar perfectie en als je goed met je onvermijdelijke verliezen leert omgaan, zul je nooit aan jouw perfectionisme ten prooi kunnen vallen. De dichter Hendrik Marsman had helemaal gelijk: “grootsch en meeslepend wil ik leven!” Probeer van jouw levenskunst jouw meesterwerk te maken!