Huidhonger

Wie ooit gekeken heeft naar de Nederlandse film “Loverboy”, zal zich zeker die ene onvergetelijke scene herinneren die een exemplarisch voorbeeld is voor het thema “huidhonger” dat in deze aflevering van Zindroom wordt geadresseerd. Zoals de titel van deze film duidelijk aangeeft, vertelt de film “Loverboy” over een extreem destructieve relatie tussen Micheal en Denise. De film lijkt als een liefdesverhaal te beginnen, maar gaandeweg wordt duidelijk dat alles anders is dan het lijkt. Het hele filmverhaal werkt toe naar die ene scene waarin de zogenoemde loverboy Micheal aan zijn prooi Denise een mobiele telefoon cadeau doet. Ik heb deze film 15 jaar geleden gezien, maar ik zie nog als de dag van gisteren voor mij hoe ze tegenover elkaar in de supermarkt staan en hoe hij haar uitlegt wat je allemaal met dat apparaat kunt doen. Zij is zielsblij en dat is begrijpelijk, want de film speelt in het jaar 2003 en toen was de mobiele telefoon nog een groot ding. Op zijn verzoek stopt Denise haar mobiele telefoon in de binnenzak van haar jaszak en vervolgens sommeert Micheal haar om een korte wandeling door de supermarkt te gaan maken. Op het moment dat zij buiten zijn gezichtsveld is, belt hij haar op en natuurlijk neemt zij dan meteen die telefoon op. Ze wisselen wat kooswoordjes met elkaar uit, maar de kijker ziet en voelt de angel die in die zoete woorden van de loverboy schuilgaat. Micheal gebruikt die mobiele telefoon als een tentakel die hij op haar huid drukt. Zo kan hij haar van grote afstand besturen. Denise moet hem beloven dat zij haar mobiele telefoon altijd en overal opneemt wanneer hij haar belt. Nu is Denise altijd beschikbaar voor hem. Micheal kruipt steeds dichter op haar huid.

In deze context begrijp ik huidhonger dus als het verlangen om zo dicht mogelijk op de huid van andere mensen te kruipen. Het gaat hier dus om het verlangen naar almacht en controle en de mobiele telefoon blijkt in deze film het ideale hulpmiddel om dat duivelse doel te bereiken. Als ik nu terugdenk aan deze scene, dan moet ik onweerstaanbaar aan Mark Zuckerberg denken die ons met zijn sociale medium “Facebook” verleidt om vriendschappen te sluiten en gemeenschappen te stichten. Ook Mark Zuckerberg heeft een verborgen agenda. Net als in het voorbeeld van de loverboy en zijn seksslavin Denise wil Mark Zuckerberg met ons parasitaire deals sluiten die het daglicht niet kunnen verdragen. We weten inmiddels dat onze data worden doorverkocht op de data-markt. Niet zonder reden heeft een onderzoekscommissie van het Britse Lagerhuis de woordencombinatie “digitale gangsters” gemunt om de werkwijze van Mark Zuckerberg en andere sociale mediabazen te typeren.

Nu kan Mark Zuckerberg zich terecht verdedigen met het argument dat hij geen kwade bedoelingen had toen hij onze grootste geheimen doorverkocht aan grote bedrijven. Anders dan de loverboy Micheal is Facebookvriend Mark niet persoonlijk in zijn data-leveranciers geïnteresseerd. Hij wil alleen onze data doorverkopen en verder laat hij ons met rust. Daarentegen is loverboy Micheal wel persoonlijk in Denise geïnteresseerd. Hij ziet haar als zijn persoonlijke bezit en wat dit precies betekent, wordt pas echt duidelijk wanneer zij die telefoon niet meer opneemt en duidelijk aangeeft dat ze geen sekswerk meer voor hem wil doen. Dan zien wij hoe hij haar in zijn auto sleurt en hoe hij haar mooie gezicht voor altijd verminkt met zijn mes. Als hij niet meer op haar huid kan zitten en onder haar huid kan kruipen, rest hem nog maar een ding: hij moet haar huid voor altijd kapot maken.

De huidhonger van Loverboy Micheal blijkt dus onverzadigbaar te zijn. Hij wil het liefst onder haar huid kruipen om zodoende ook haar ziel leeg te zuigen. De massapsycholoog Elias Canetti spreekt in dit verband van een angel die je huid ingaat. De angel is een metafoor voor “het bevelstrauma” dat je oploopt wanneer je gebukt gaat onder de bevelen die je van je meerderen opvolgt. Dan voel je dat er een angel in je huid blijft zitten. De enige manier waarop je dat gif kunt verwerken, is dat je die angel doorgeeft aan anderen. Dan voel je de dwang om jouw minderen op precies dezelfde manier te vernederen als de wijze waarop jouw meerderen jou vernederd hebben. Dit is precies wat er bij ontgroeningen in studentenverenigingen of marine-eenheden gebeurt. De reden waarom de leiders van die ontgroeningen zich zo vaak te buiten gaan aan extreem geweld en dat zij alles op alles zetten om hun zogeheten feuten te vernederen, is dat zij zelf ook slachtoffer zijn geweest van zulke wreedheden en vernederingen.        

Er blijft dus één schrale troost over: digitale gangsters als Mark Zuckerberg en supermarketeers als Albert Heijn zullen ons nooit kapot willen maken. Ze willen alleen onze data hebben, maar onze ziel laten zij verder met rust, want zij zijn niet persoonlijk in ons geïnteresseerd. Ondertussen voel ik wel hoe de supermarketeers en digitale gangsters steeds dichter op mijn huid gaan zitten wanneer ik mijn bonuskaart scan, mijn wachtwoorden intik en aan mijn beeldscherm gekluisterd blijf zitten. Toch gaan deze prikkels niet vergezeld met de angels die ik in mijn huid voel zitten. Waar komen die angels dan wel vandaan?

Ik denk dat die angels afkomstig zijn uit de afweermiddelen die wij inzetten om de gevolgen van die digitale huidhonger te bestrijden. Nu weet ik dat ik wel erg snel ga en op het gevaar af cryptisch te worden, zal ik nu eerst schetsen wat de gevolgen zijn van de huidhonger die wij overal om ons heen voelen. Omdat de huidhonger van de digitale gangsters en supermarketeers diffuus en onpersoonlijk is, kunnen wij er niemand de schuld van geven dat wij steeds afgeleid worden. Onze aandacht wordt gegijzeld, maar daar kunnen we niet echt de vinger op leggen. Wij kunnen ons moeilijk concentreren. Dufheid, stress en aandachts-stoornissen als ADD en ADHD lijken de enige natuurlijke reacties te zijn op de diffuse huidhonger die wij overal om ons voelen. Onze aandacht gaat alle kanten op, we kijken te vaak op onze smartphones (niet alleen tijdens colleges) en daar komen auto-ongelukken van. Maar het ergste is dat wij op zielsniveau aan ondervoeding lijden. 

Veel mensen hebben het diffuse gevoel dat het verkeerd afloopt met de wereld, maar we weten ook dat we daar weinig invloed op uit kunnen oefenen. We worden overprikkeld met slecht nieuws uit alle delen van de wereld, maar wat moeten wij daarmee? Ooit begeleidde ik een student die in zijn bachelorscriptie de stelling verdedigde dat de humanistiek alleen nog zin kan hebben als stervensbegeleiding voor de mensheid. We gaan er toch aan, zo luidde zijn stelling, dus laat ons uitstervingsproces alsjeblieft zo zachtjes mogelijk gebeuren. Dat was volgens hem ware humaniteit. Zijn pleidooi voor een humanistieke stervensbegeleiding van de mensheid was fatalistisch, maar ik heb dat fatalisme nog liever dan de dufheid die ik overal om mij heen zie.

Dufheid is een ander woord voor zielloosheid. Hoe gaan docenten daarmee om? Nu zullen mijn collega’s de woorden “dufheid” en “zielloosheid”  niet in de mond nemen om de grondhouding van leerlingen en studenten te typeren, want het is niet aardig om op deze manier over onze studenten te spreken. Mijn collega’s zijn normatieve professionals die er altijd naar streven om hun studenten beter te maken. Om dat grote doel te bereiken, spreken mijn collega’s niet over ziel, creativiteit en bezieling, maar over methoden, technieken en theorieën die door studenten bestudeerd moeten worden. Ondertussen wordt het steeds schoolser op de universiteit. Mede door de druk van visitaties en accreditaties voelen docenten de dwang om steeds schoolser, controlerender en tuttiger te worden. Als reactie daarop zullen de studenten nog duffer en apathischer worden. Wie zich niet in deze dynamiek van dufheid en tuttigheid invoegt, zal onderhuids voelen dat hij of zij wel mee moet doen. Tegen de stroom indenken doet altijd pijn. Daar komen de angels vandaan die in je huid blijven zitten.    

Maar ik wil niet blind zijn voor de studenten en docenten die bezielde papers en scripties schrijven en die mooie dingen doen. Hoewel ik niks heb met reïncarnatie, geloof ik wel dat de ziel altijd zal blijven leven. Maar die ziel heeft echt meer voeding nodig.