Mijn bijdrage aan de Bildung-scheurkalender 2019

“U zegt dat u in Zarathoestra gelooft? Maar wat doet Zarathoestra ertoe? U bent mijn gelovigen, maar wat doen gelovigen ertoe? U had uzelf nog niet gezocht: toen vond u mij. Zo doen alle gelovigen, daarom stelt alle geloof zo weinig voor. Nu gebied ik u mij te verliezen en uzelf te vinden; en pas dan als u mij allen hebt verloochend hebt, zal ik tot u terugkeren.”

Friedrich Nietzsche, 1844-1900

 

Uit: Nietzsche, F, (2013), Zo sprak Zarathoestra, p. 79, Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen.

 

Nietzsche’s alterego Zarathoestra laat hier zien dat hij beseft dat hij een voorbeeldfiguur is voor zijn leerlingen en hij neemt daarvoor zijn volle verantwoordelijkheid. Zoals het een goede leraar betaamt, weet hij dat de goede leerling er altijd naar verlangt om zich te spiegelen aan zijn favoriete leraar. Maar hoewel spiegeling, imitatie en bewondering bevorderlijk zijn voor de Bildung die de leerling doorloopt, mag de leerling niet te lang in deze fase blijven hangen. Want waar het in goed onderwijs om draait, is dat leerlingen volwassen worden. Daarom zal de goede leraar ernaar streven om zijn leerlingen zelfstandig te leren denken. Anders dan Jezus Christus wil Nietzsche’s Zarathoestra geen rabbi zijn die als een herder hoedt over zijn kudde volgelingen. Hieraan kunnen alle leraren een voorbeeld nemen! In tegenstelling tot de discipel Petrus, die om zijn ontrouw berucht is geworden, wordt de leerling juist aangemoedigd om zijn leermeester te verloochenen. Als dit op een leerrijke manier gebeurt, zal de leraar op een andere manier van zijn leerlingen gaan houden. Dan kan de periodieke pedagogische relatie tussen leraar en leerling transformeren in een vriendschap voor het leven.