Sinds de troonrede in september 2016 woedt er hier te lande een debat over de vraag waarom er zoveel onbehagen in de samenleving is, terwijl de economie groeit als een tierelier en de werkloosheid afneemt. Kennelijk heerst het geloof dat het humeur van de bevolking rechtstreeks afhangt van het reilen en zeilen van de economie. Gelukkig wordt dit rotsvaste geloof aan het wankelen gebracht. Laten wij vooral hoop putten uit het onbehagen in de samenleving! Kennelijk vinden veel mensen immateriële waarden belangrijker dan de materiële waarden die door onze neoliberale regering op een voetstuk worden gezet. Daarom kunnen wij niet volstaan met een analyse van het onbehagen in de samenleving. Belangrijker is de vraag hoe dit onbehagen kan fungeren als een trigger om nieuwe oplossingen te bedenken voor de sociale en ecologische kwesties waarmee wij geconfronteerd worden.
Een van de belangrijkste oorzaken van het grote onbehagen in de samenleving is de ongelijkheid. Zo is de economische groei zeer ongelijk over de verschillende groepen in de samenleving verdeeld Als gevolg van de saneringen in het onderwijs en de zorg is de bestaanszekerheid van zorgafhankelijke mensen almaar verder uitgehold. Zie bijvoorbeeld de wachtrijen in de psychiatrische gezondheidszorg. Het zijn vooral de ouderen en de jongeren die te lijden hebben onder het asociale overheidsbeleid van onze neoliberale regeringen. Studenten hebben alle reden hebben om zich onzeker te voelen over hun toekomst, want als gevolg van de flexibilisering van de arbeidsmarkt wordt het steeds moeilijker om een vaste baan te krijgen en een toekomst op te bouwen. Naar aanleiding van de hoge jeugdwerkloosheidpercentages in Zuid-Europese landen wordt al gesproken over een verloren generatie, terwijl die jongeren nog maar net komen kijken!
Toch zijn het juist de jongeren die het tij kunnen keren. Zij zijn volwassen geworden in een wereld waarin zij met open ogen hebben kunnen zien dat het oude economische systeem van concurrentie en winstmaximalisatie rechtstreeks geleid heeft tot een economische crisis die ons in 2008 op de rand van de afgrond heeft gebracht. En als de wereldeconomie in dit tempo doordraait, dan stevenen we rechtstreeks af op een ecologische crisis die niet zonder reden als een zondvloed wordt aangeduid. Inderdaad, de samenleving verandert, maar de meeste politici, managers en beleidsmakers blijven geloven in oplossingsmodellen die geworteld zijn in de 19e en 20e eeuw.
Hoe kan de neoliberale markteconomie, die gebaseerd is op het najagen van particuliere belangen en concurrentie, vervangen worden door gemeenschapsvormen waarin het draait om eerlijk delen en samenwerking? Hoe kunnen wij de overstap maken van fossiele brandstoffen naar duurzame energiewinning? Waar liggen de obstakels en hoe kunnen die overwonnen worden?
Dit zijn de vragen die te denken geven. Hierbij kan het onderwijs een cruciale rol spelen. Daarvoor dient het onderwijs te veranderen van een socialisatie-instituut dat studenten voorbereidt op het functioneren op de arbeidsmarkt naar een oefenplaats waarin jongeren leren om zich te oriënteren op een toekomst die in vele opzichten ongewis is. Hoe kunnen wij leren omgaan met die onzekerheden? Geef begaafde studenten de tijd en de ruimte om hiermee te oefenen! Zie het onbehagen in de samenleving als een kans om tot vernieuwing te komen!