Vanuit Bildung verder denken

Een idee voor een symposium over Bildung

Binnen mijn sectie educatie is er geld en ruimte om een symposia te organiseren en die ruimte is in het verleden goed benut. Zo hebben mijn leidinggevende Wiel Veugelers en mijn collega Isolde de Groot symposia georganiseerd over burgerschapseducatie en de vrijheid van onderwijs. Het was de bedoeling om dit plan verder uit te bouwen naar de toekomst. Eens in de twee of drie maanden zou dan op de UvH een symposium over burgerschapsvorming georganiseerd worden. Dat was een goed voornemen. Zo zag ik dat deze symposia succesvol waren, want de opkomst was telkens goed en de lezingen en discussies waren geanimeerd. Maar toch is het nu al weer ruim een jaar geleden dat er voor het laatst  een symposium is georganiseerd.  Het mag niet zo zijn dat dit vuur langzaam als een nachtkaarsje uitdooft en daarom reageerden Wiel en Isolde enthousiast toen ik met het voorstel kwam om een symposium over Bildung en educatie te organiseren. Dus laten we dat nu echt gaan doen! Ik denk dat we de eerste stap in die richting gezet hebben toen Robert van Boesschoten, Daan de Jager, Fernando Suarez en ikzelf afgelopen donderdagmiddag (11-1-2018) bij elkaar kwamen om de eerste plannen voor een symposium te bespreken.

De eerste vraag is of het symposium perse over Bildung moet gaan. “Waarom noem je het niet gewoon vorming?” vroeg Fernando. De reden waarom ik toch wil vasthouden aan het begrip “Bildung” is dat het hier om een kernbegrip in de humanistische traditie gaat. Vanuit het begrip “Bildung” kunnen we direct een link leggen naar het debat dat hierover gaande is binnen het hoger beroepsonderwijs en het voortgezet onderwijs. Ook kwam Fernando met het voorstel om een beroemde spreker uit het buitenland uit te nodigen, zoals Susan Neiman, Nida Rumelin of Marc Rosche. Daar is geld voor, dus waarom niet? Ik dacht nog aan Peter Sloterdijk, maar ik heb hem een paar keer live zien optreden en ik vond hem in zijn performance erg tegenvallen. Hij is vooral een groot schrijver, maar zijn optredens zijn best wel saai. Ook blijkt hij als spreker onberekenbaar te zijn. Die andere grote Duitser -Nida Rumelin- blijkt niet vrij te zijn van narcistische ‘bijverschijnselen’. Dus als we het helemaal rondom deze helden laten draaien, dan moeten we de nodige risico’s voor lief nemen. Op zichzelf vind ik het een goed idee om een beroemdheid uit het binnen- of buitenland uit te nodigen, maar Daan stelde terecht voor dat wij eerst moeten nadenken over de vraag die wij in dit symposium willen adresseren.

De vraag die mij bezighoud, is hoeveel ruimte er binnen het onderwijs is of moet zijn voor Bildung. Daarmee haak ik in op de oproep die voormalig onderwijsminister Jet Bussemaker in het voorjaar van 2015 deed om Bildung tot speerpunt te maken van het onderwijs. Die oproep klonk mij natuurlijk als muziek in de oren, maar de vraag is welke vormen van onderwijs geschikt zijn om Bildung te promoten. En welke vorm van onderwijs bedoelde Bussemaker nu eigenlijk? Moeten wij aan het wetenschappelijke onderwijs denken? En moeten wij ons uitsluitend richten op de UvH? Dat lijkt vanzelfsprekend, want direct na de oproep van Bussemaker stond het begrip “Bildung” al meteen bovenaan de website van de UvH. Hoewel het begrip “Bildung” twee jaar later van de website teksten geschrapt is en uit het strategisch plan verwijderd is, betekent dit volgens mij niet dat wij op de UvH niet aan Bildung willen doen. Integendeel! Daan, Robert, Fernando en ik willen op de UvH een symposium over Bildung organiseren. In bepaalde opzichten spelen op onze kleine universiteit dezelfde vragen als op andere universiteiten.

Op onze universiteit zie ik dezelfde spanning tussen het streven naar academische output en bruikbare methodieken voor de beroepsuitoefening en het ideaal van levenslang leren. Precies dit laatste ideaal blijkt richtinggevend te voor onze studenten, althans zo blijkt uit hun prachtige speeches die ik beluisterd heb bij de feestelijke buluitreikingen. Niet alleen op de UvH, maar in iedere onderwijsinstelling speelt de spanning tussen levenslang leren (persoonlijke ontwikkeling, levenslang leren of Bildung) en de opleiding voor een beroep (beroepscholing of Ausbildung). Dit neemt niet weg dat het voor veel mensen vanzelfsprekend is dat scholing uitsluitend een economisch nut dient. Ik moet nog wel eens terugdenken aan alle honende opmerkingen die ik vroeger moest aanhoren wanneer ik tegen de mensen in mijn omgeving vertelde dat ik filosofie studeerde. Mijn neef vroeg mij hoe hoog mijn uitkering zou worden en de man die mij een lift gaf, zei dat hij mij zou omscholen.  Die chauffeur was actief te zijn in de informatietechnologie en hij bleek zijn brood te verdienen met het omscholen van studenten die geen nuttige opleiding hadden gevolgd.  Wijsbegeerte wordt vaak genoemd als een studie die niet nuttig is, omdat je er niet snel een baan mee krijgt. Toen ik dit vertelde aan mijn filosofiedocent Cornelis Verhoeven, reageerde hij gevat. Zo vroeg hij mij: “waarom antwoordde je niet meteen: Ik ga jou scholen!”

Toen ik mij tijdens een wachtgeldregeling bij een arbeidsbureau moest melden, kreeg ik van de desbetreffende ambtenaar te horen dat mijn mastertitels in de filosofie en de humanistiek niks waard waren, omdat ik “onbemiddelbaar was”. Wanneer ik toen gezegd zou hebben dat ik mij wel persoonlijk ontwikkeld heb, dan zou die man onbedaarlijk gelachen hebben. So it goes.

Toch weten alle echte pedagogen dat er in iedere onderwijsinstelling een relatie moet worden gelegd tussen beroepskwalificatie (Ausbildung) en persoonlijke vorming (Bildung). Om een lang verhaal kort te maken: mijn voorstel is om die relatie tussen Bildung en Ausbildung als vraagstelling te kiezen voor dit symposium.  Hoe kunnen wij dit nu concreter uitwerken?Een opmerking van Robert over Bildung op het HBO trof mij. Als ik mij niet vergis, zei Robert dat er in het HBO veel aandacht is voor algemende professionele vorming, terwijl er op de universiteiten steeds sterker ingezoomd wordt op academische vaardigheden die op alle mogelijke manieren toegepast kunnen worden in beroepsvelden. Dus de universiteit lijkt steeds dichter aan te willen schurken bij de arbeidsmarkt (Ausbildung) en op het HBO wordt juist wat meer afstand genomen tot de arbeidsmarkt. Niet meteen: U verzoekt en wij draaien.

Versta mij goed: het gaat mij er niet om Bildung heilig te verklaren en Ausbildung in een verdoemhoekje te plaatsen. Die twee dimensie hangen onlosmakelijk samen. Vooral in de beroepen waarin met mensen gewerkt wordt, is Bildung noodzakelijk om een goede professional te kunnen worden. Mijn vraag is hoeveel ruimte er binnen de bestaande opleidingen gemaakt moet worden voor Bildung. Hoe is de verhouding tussen kwalificatie (Ausbildung) en persoonvorming (Bildung) in de verschillende soorten onderwijs?

Daarbij denk ik aan (1) het basisonderwijs, (2) voortgezet onderwijs, (3) middelbaar beroepsonderwijs, (4) het hoger beroepsonderwijs en (5) de universiteiten. Mijn idee is om uit die verschillende onderwijsvelden telkens één spreker uit te nodigen. Ik heb al verschillende sprekers in beeld. Dus dan begint het symposium een spreker uit het basisonderwijs, dan het voorgezet onderwijs, enzovoort. Het ligt voor de hand om Robert een verhaal te laten houden over Bildung in het HBO, omdat hij daar direct ervaring mee heeft. Omdat ik jaren gelang gewerkt heb als docent in het voortgezet onderwijs, zie ik mijzelf een verhaal over Bildung in het voortgezet onderwijs houden. En Fernando is de universitaire docent die met zijn buitenschoolse leesclubs en colloquia familiare  de aangewezen persoon is om een verhaal over Bildung in het academische onderwijs te vertellen. Voor Bildung in het basisonderwijs en Bildung in het middelbare beroepsonderwijs zie ik tal van geschikte sprekers.

Dat zijn 5 sprekers die ieder een half uur spreektijd krijgen en daarna volgt een penaldiscussie waarin antwoord moet worden gegeven op de vraag hoe die spanning tussen Bildung en Ausbildung terugkeert in die verschillende onderwijsvormen. Wat zijn daarin de overeenkomsten en verschillen?

We zouden Jet Bussemaker als inleider of als uitleider kunnen kiezen. Haar oproep om Bildung als leidraad te nemen in het onderwijs heeft drie jaar geleden veel weerklank gegeven. Hoe kijkt zij hier na drie jaar op terug? Nog een idee is om de teksten van de voordrachten te bundelen en dat wij dit kunnen aanbieden als dossier in het tijdschrift Nexus, Waardenwerk of in het tijdschrift Pedagogiek.

 

Daan en ik dachten eraan om dit symposium op vrijdag 1 juni of vrijdag 8 juni of desnoods vrijdag 29 juni te organiseren, omdat het dan rustig is op de UvH.