Verder denken vanuit Bildung: voorbeeldfiguren

Verder denken vanuit Bildung:

Het (voor)beeld als trigger van een educatieve activiteit

 

Vandaag (26-10-2017) bereid ik een college voor over het gebruik van voorbeelden in het onderwijs. Het college is bedoeld voor humanistiekstudenten die mogelijk in het onderwijs gaan werken. De thema’s waarover zij dan zullen lesgeven, zijn morele kwesties en levensbeschouwelijke en existentiële thema’s. Hoe krijg je je toehoorders zover dat ze daarover gaan nadenken en dat ze daarover met elkaar in gesprek gaan? Over deze vraag ga ik met deze aankomende docenten in gesprek.

Mijn suggestie is om op zoek te gaan naar goede voorbeelden, beelden en narratieve verbeeldingen waarmee je de interesse van je luisteraars kunt wekken. Probeer maar eens uit te leggen wat het betekent om wijs te zijn en een wijs oordeel te vellen. Wie denkt dan niet aan het bijbelse verhaal over koning Salomo die geconfronteerd wordt met twee vrouwen die vechten om een kind (kon.3:16-28). Deze vrouwen woonden in hetzelfde huis en zij waren rond dezelfde tijd moeder geworden. Toen een van de beide kinderen overleed, claimden beide vrouwen dat zij de moeder waren van het kind dat nog in leven was. Er was geen mogelijkheid om vast te stellen wie de echte moeder was en toen verscheen koning Salomo op het toneel. Hij moest zijn wijze oordeel vellen. Alle mensen die maar een beetje vertrouwd zijn met de bijbel, herinneren zich dat koning Salomo toen voorstelde om het kind in twee stukken te hakken zodat beide vrouwen hun gelijke deel zouden krijgen. Toen een van de vrouwen riep dat de andere vrouw het kind mocht houden, wist Salomo meteen wie de ware moeder was. Echte moeders laten hun kind niet in stukken snijden!

Op dezelfde manier voel je de noodzaak om het bijbelse verhaal over de barmhartige Samaritaan te vertellen (Lucas 10:25-37) wanneer je wilt uitleggen wat barmhartigheid betekent. De verteller van dit verhaal is Jezus. Hij vertelt dat een Joodse man in een rotsachtig gebied wordt overvallen wordt door rovers die hem beroven en halfdood slaan. De Joodse man ligt zwaargewond op de grond en kan zonder hulp van anderen onmogelijk overeind komen. Als er eerst een Joodse priester en later ook nog een Joodse tempelwerker langskomen, dan laten zij deze arme man liggen, omdat zij bang zijn dat ze anders ook door dit geweld getroffen zullen worden. Maar dan komt er een Samaritaan op een ezel aanrijden. Samaritanen worden volgens dit verhaal gehaat door de joden, dus de Joodse man is doodsbang wanneer de Samaritaan voor hem neerknielt.

Wat er dan gebeurt, had hij nooit kunnen zien aankomen. De Samaritaan ontfermt zich spontaan over de zwaargewonde man en hij brengt hem naar een herberg waar hij hem verder verzorgt. Zijn hulpvaardigheid werd niet door enig belang of berekening gemotiveerd. Hier zouden alle hulpverleners een voorbeeld aan kunnen nemen! Wat mij vooral trof, was dat dit verhaal laat zien dat er in tijden van nood banden tussen mensen kunnen ontstaan die ras, etniciteit, familie, etcetera. overstijgen.

Maar waar het mij nu om gaat, is dat je bij de bespreking van zulke ethische en existentiële kwesties gebruik moet maken van de verbeeldingskracht. Je kunt daarbij niet in abstracte begrippen blijven steken. En daarmee maak ik bezwaar aan tegen Spinoza die in zijn hoofdwerk De Ethica telkens in pejoratieve zin over de verbeelding schrijft. Hij noemt verbeelding een lage soort van kennis -kennis van de eerste soort- die berust op vage ervaringen, beperkte zintuiglijke voorstellingen en dwalingen. Volgens Spinoza is deze kennis ondergeschikt aan de kennis die wij van de algemene begrippen hebben. Natuurlijk mogen wij van Spinoza wel een verhaal vertellen om uit te leggen wat rechtvaardigheid, wijsheid, liefde of barmhartigheid, etc… betekent, maar als we eenmaal begrepen hebben wat de ware betekenis is van zo’n begrip, dan kunnen wij het voorbeeld missen. De hoogste soort van kennis –de derde soort van kennis- noemt Spinoza het intuitieve weten. Hij omschrijft deze derde soort van kennis aldus: “Deze kennis schrijdt voort van de adequate voorstelling van het werkelijke wezen van zekere attributen van God –lees: de werkelijkheid- tot het adequate kennis van het wezen van de dingen (Ethica, 1979, p. 105)”

Volgens Spinoza kan de verbeelding alleen voor illustratieve of didactische doeleinden gebruikt worden bij de ontwikkeling van kennis. De hoogste soort van kennis is mathematische kennis. Dat is goddelijke kennis die omwille van zichzelf ontwikkeld wordt. Deze goddelijke kennis is volgens Spinoza in wiskundige taal geschreven. Dit verklaart ook de enorme waardering die grote wiskundigen en natuurkundigen als Russell en Einstein voor Spinoza hadden. Maar ook de nazi’s –Zie Alfred Rosenberg- hadden een vreemde fascinatie voor Spinoza, maar wie dit zijspoor verder zou willen verkennen, raad ik aan om Yaloms roman “Het raadsel Spinoza” uit 2012 te lezen. Als u de roman al gelezen hebt, dan is deze tip niet aan u besteed of misschien bent u zo welwillend om mijn tip te lezen als een vriendelijke aanmaning om het boek nog eens te lezen.

Verhalen en beelden worden altijd vanuit een specifiek menselijk gezichtspunt ontwikkeld, maar de ware kennis van de werkelijkheid –kennis van de derde soort- wordt volgens Spinoza vanuit zichzelf, dat wil zeggen vanuit het licht van de eeuwigheid, ontwikkeld. Ware kennis is dus kennis die het alledaagse leefwereld overstijgt. Spinoza staat hiermee in een lange filosofische traditie die begint bij Pythagoras, Parmenides en Plato. Telkens wordt de zintuiglijke kennis, de verbeeldingskracht en het lichaam gewantrouwd en wordt er gezocht naar ideeën die het menselijke perspectief transcenderen.

Maar uit de verhalen over koning Salomo en de barmhartige Samaritaan blijkt juist dat wij verhalen en beelden niet kunnen missen wanneer wij willen begrijpen wat barmhartigheid of wijsheid betekenen. Het verhaal of het beeld heeft een eigen zeggingskracht die niet vervangen kan worden door abstracte begrippen. Deze verhalen mogen dus niet gezien worden als voorbeeld en of illustraties van iets dat daar bovenuit gaat en waaraan het verhaal ondergeschikt is. Met andere woorden: we hebben het verhalen of narratieve verbeeldingen nodig om te begrijpen wat er met barmhartigheid of rechtvaardigheid bedoeld wordt.

Maar het ene voorbeeld of verhaal heeft meer zeggingskracht dan het andere verhaal of voorbeeld. Hoe kun je de juiste voorbeelden of verhalen vinden? Ik noemde hierboven al de bijbel die een onuitputtelijke culturele hulpbron bevat waaruit wij kunnen putten, maar  hedendaagse mensen zullen gebruik maken van de talloze beelden die via sociale media verspreid worden. Wij leven in een beeldcultuur. Mijn voorstel aan studenten is om op zoek te gaan naar manieren om aan de hand van beelden, evocatieve gedichten of plaatjes gesprekken op gang te brengen. Het doel is dat wij verdiepend leren kijken.